'Zorgen voor een ander begint met zorgen voor jezelf'
Nederland vergrijst. Daardoor zijn er straks te weinig mantelzorgers. En dat terwijl de combinatie van mantelzorg, werk en privé velen nu al te zwaar valt. Een derde van de zorgmedewerkers geven mantelzorg. Hoe gaan zij om met de druk? Liesbeth Hoogendijk van MantelzorgNL: 'Zorgen voor een ander begint met zorgen voor jezelf.'
Bijna een op de drie zorgmedewerkers zorgt ook buiten de werkvloer. Voor een partner, kind, ouder, familielid, bekende of buur. Van de 10.011 zorgmedewerkers die deelnamen aan de Monitor Gezond werken van IZZ, vulde 31,5% in mantelzorg te geven. De zorg voor naasten vraagt veel van de mantelzorgers die de monitor invulden: 44,5% verleent 1 à 2 keer per week mantelzorg, 12,5% 3 tot 6 keer per week en 16,5% dagelijks. Hun gezondheid lijdt daaronder: zij voelen zich minder gezond en vaker lichamelijk en emotioneel uitgeput dan hun collega’s. Ook lopen ze een grotere kans te verzuimen, lijden ze meer onder werkdruk en presteren ze naar eigen inzicht niet optimaal.
Geef je grenzen aan
Liesbeth Hoogendijk herkent de percentages. Zij is directeur van de landelijke belangenbehartiger van mantelzorgers MantelzorgNL, voorheen Mezzo. Zorgmedewerkers die mantelzorgen vinden het moeilijk hun grenzen aan te geven, weet Liesbeth. ‘Zorgen is immers hun beroep. Familieleden laten zorgtaken graag aan hen over, en zelf denken ze al snel: ik ga wel met moeder naar de dokter, ik weet van de hoed en de rand.’ Wat adviseert Liesbeth mantelzorgers? ‘Geef je grenzen aan, zodat anderen ook hun deel doen. Zorgen voor een ander begint met zorgen voor jezelf.'
Ga in gesprek
Ook in economische zin: zorgmedewerkers die mantelzorgen gaan vaak minder werken of nemen ontslag als ze het niet kunnen bolwerken. Zij verkleinen daarmee hun inkomen en pensioen. 'Overleg daarom. Geef aan dat je de combinatie werk en mantelzorg niet redt. Vraag wie er taken kan overnemen.’ Maar wat als je gehandicapte kind in geen enkele instelling gelukkig is? Als je er óók in slechte tijden voor je partner wilt zijn? Soms is minder mantelzorgen geen optie. Liesbeth: ‘Dan is het zó belangrijk dat je met je leidinggevende in gesprek gaat. Dat is een grote stap, maar zet ‘m toch. Je werkgever zal je liever steunen, dan verliezen. Zoek samen naar oplossingen, op de werkvloer maar ook extern: bij de gemeente of een mantelzorgsteunpunt.’
Minder mantelzorgers
Het aantal mantelzorgers daalt. Waardoor komt dat? Liesbeth: ‘Nu zijn er per zorgvrager gemiddeld vijftien naasten en bekenden beschikbaar die kunnen helpen, maar in 2040 zijn dat er nog maar zes. Dat is het gevolg van de vergrijzing. Steeds meer mensen hebben hulp nodig. Ook het langer thuis blijven wonen van zorgvragers en de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens spelen een rol.’