Buddy’s Monique (65) en Esther (33) in gesprek over werkdruk
Het verloop onder jonge zorgmedewerkers is groot. Gemiddeld verzuimen ze vaker en langer dan hun oudere collega’s, blijkt uit onderzoek van IZZ. Esther (33) en Monique (65) deden als buddy’s mee aan onze interventie ‘Behoud jong zorgtalent’. Hoe gaan de twee generaties om met werkdruk? En wat leren ze van elkaar? ‘Ik vind het knap hoe jij je grenzen bewaakt.’
Esther Uithoven (33) is verzorgende IG en werkt inmiddels drie jaar bij Sint Jacob, een ouderenzorgorganisatie in Haarlem. Hiervoor heeft zij jarenlang in de horeca gewerkt. In haar nieuwe functie werkt Esther samen met Monique Ghobashi (65). Monique is inwerkcoach, leercoach en examinator. Ze werkt al veertig jaar in de zorg, waarvan twintig jaar bij Sint Jacob.
Vertel eens! Hoe ervaren jullie de werkdruk?
Esther: ‘Sommige dagen vind ik de werkdruk wel hoog. Zeker in coronatijd was het buffelen. Er vielen veel collega’s uit. Dan moet je de afdeling toch draaiende houden. Hoe was dat toen jij mijn leeftijd had, Monique?’
Monique: ‘De werkdruk was toen lager. Zorgverleners hadden minder zware verantwoordelijkheden. Nu wonen ouderen langer zelfstandig, daardoor hebben ze meer zorg nodig als ze hier komen wonen. Persoonlijke aandacht en maatwerk staan ook hoger in het vaandel. Vroeger moesten alle bewoners voor 10 uur hun bed uit zijn.’
Esther: ‘Wow, dat kan ik me niet meer voorstellen. Ik geef nieuwe collega’s juist altijd mee om niet te gehaast te zijn. Stel dat een van jouw ouders hier woont, dan zou je dat toch ook niet fijn vinden?’
Monique: ‘Dat ben ik helemaal met je eens!’
‘Behoud jong zorgtalent’
Van augustus 2021 tot april 2022 deden Esther en Monique mee aan onze interventie ‘Behoud jong zorgtalent’ . Uit onze data bleek dat jonge zorgmedewerkers (tot 35 jaar) veel vaker en langer verzuimen dan voorheen. Ook gebruiken ze meer psychische zorg dan hun oudere collega’s. Daarnaast hebben ze vaker last van stress en burn-outklachten. Genoeg redenen voor ons om daar een geschikte interventie voor te bedenken.
Meer weten over deze interventie? Kijk op izz.nl/behoud-talent
Voor Sint Jacob, waar Esther en Monique werken, staat het behouden van jong zorgtalent hoog op de agenda. ‘We kampen met een grijze golf’, grapt Monique. Verder is het mentale welzijn van jong zorgtalent een punt van aandacht voor de ouderenzorgorganisatie. Monique: ‘Het valt me op dat veel jonge mensen een flinke rugzak hebben. Ze hebben het mentaal zwaar.’
Hoe komt het dat jongeren het zwaar hebben?
Monique: ‘Goede vraag… Misschien omdat ze meer last hebben van prestatiedruk dan vroeger? Toen ik jong was, was mijn wereld veel kleiner. Daardoor had ik minder keuzestress en was ik sneller tevreden, denk ik.’
Esther: ‘Ik denk dat sociale media daar ook een rol in spelen. Je vergelijkt jezelf continu met anderen. En iedereen deelt vooral successen. Daardoor leggen jongeren zichzelf hoge eisen op, die niet altijd realistisch zijn. Ik heb daar zelf gelukkig weinig last van. Maar ik merk wel dat de werkdruk hier hoog ligt. Er wordt veel van je verwacht. Als je dan niet goed begeleid wordt, snap ik wel dat je zegt: ‘Het is goed ermee, ik zoek wel wat anders.’
‘De interventie heeft tot meer onderling begrip geleid’
Om dat te voorkomen, besloot Sint Jacob zich op te geven voor de interventie ‘Behoud jong zorgtalent’. Jonge medewerkers werden gekoppeld aan oudere medewerkers. Samen gingen ze in gesprek over onderwerpen als werkplezier, werkdruk en samenwerking.
Daarnaast hadden de jonge medewerkers drie groepsgesprekken. Na elk groepsgesprek schoof de Raad van Bestuur aan, om meteen te praten over mogelijke oplossingen en veranderingen op de werkvloer.
Hoe kijken jullie terug op de interventie?
Esther: ‘Goed! Ik vond het fijn om leeftijdsgenoten te spreken die op andere locaties werken. En zorgmedewerkers uit de flexpool of uitzendkrachten. Het is goed om te horen waar zij tegenaan lopen.
De flexwerkers gaven aan dat ze zich niet altijd meteen thuis voelden in een team. Dat snap ik wel. Ik realiseer me nu ook beter hoe belangrijk het is om iedereen een warm welkom te geven, ook al werk je niet zo vaak samen. Wat dat betreft heeft de interventie zeker tot meer onderling begrip geleid.’
Monique: ‘Ik vond de interventie ook geslaagd. Het is belangrijk om een luisterend oor te bieden aan jonge collega’s. Daarnaast stond de Raad van Bestuur echt open voor veranderingen. Iedereen nam de tijd om naar elkaar te luisteren. Dat gaf een fijn gevoel.’
En wat hebben jullie in de buddygesprekken zoal besproken?
Esther: ‘We hadden het bijvoorbeeld over aan en uit staan. In hoeverre voel ik me verplicht om mijn werktelefoon aan te hebben? En als ik klaar ben met werk, kan ik dan ontspannen of niet? Een collega van me had laatst vakantie. De dag voordat ze weer aan het werk ging, was ze zich alweer aan het inlezen. Huh, dacht ik. Dat is toch niet de bedoeling? Dat heb ik toen met Monique besproken.’
Monique: ‘Het is een grijs gebied. De een voelt zich er prettig bij om de avond van tevoren rustig door te lezen wat er gebeurd is op werk. De ander niet. Het gaat erom dat je er niet in doorslaat, denk ik. En het moet niet de norm worden.’
Esther: ‘Monique luisterde goed naar me en vroeg echt door. De input van ons gesprek nam ik mee naar de groepsgesprekken en de gesprekken met het Raad van Bestuur.’
Vinden jullie het lastig om jullie werk los te laten?
Esther: ‘Ik heb daar geen moeite mee, eerlijk gezegd… Zodra ik thuis ben, ben ik met mijn hoofd niet meer bij werk. Slecht hè?’
Monique: ‘Nee joh! Dat is juist goed. Je moet ook voor jezelf zorgen. Ik ben thuis nog wel veel met werk bezig. Maar dat komt ook omdat ik extra taken heb. Zo ben ik inwerkcoach en zit ik in de ondernemingsraad.’
Wat kunnen jullie van elkaar leren?
Esther en Monique lachen hard.
Esther: ‘Poeh, ik heb zó veel van jou geleerd. Waar moet ik beginnen?’
Monique: ‘Ik begin wel! Ik vind het knap dat jij je grenzen zo goed kunt bewaken. Daar kan ik een voorbeeld aan nemen. Eigenlijk sta ik niet meer aan het bed, maar bij hoge nood ben ik toch snel geneigd mijn uniformjas aan te trekken.’
'Goed plannen is hét geheim om je hoofd koel te houden'
Esther, wat leer jij van Monique?
Esther: ‘Plannen. Ik stel vaak dingen uit. Maar het lukt steeds beter om taken stap voor stap af te werken. Je hebt mij daar tijdens mijn opleiding echt mee geholpen.’
Monique: ‘Ja, goed plannen is hét geheim om je hoofd koel te houden.’
Wat doen jullie verder om genoeg rust te nemen?
Monique: ‘Ik ben spiritueel ingesteld. Dat helpt me om problemen makkelijker naast me neer te leggen. Ik kan zaken goed relativeren. Ook krijg ik veel energie van mijn twee kleinkinderen.’
Esther: ‘Ik heb sinds een jaar een kat! Daar knuffel ik veel mee. En elke woensdag pas ik op de kinderen van een vriendin. Dan knutselen we samen of kijken we een film. Verder reis ik graag, dat mag nu weer.’
Monique: ‘En het werk geeft natuurlijk energie. Het is zo leuk om te praten met bewoners.’
Ja, wat vinden jullie zo mooi aan de ouderenzorg?
Esther: ‘Het werk is heel dankbaar. Je betekent echt iets voor de bewoners. Je probeert iets moois te maken van hun laatste jaren.’
Monique: ‘Ik vind het bijzonder om alle bewoners net dat beetje extra aandacht te geven en zo de kwaliteit van de zorg te verhogen.’
Tot slot, wat zou volgens jullie helpen om jong zorgtalent te behouden?
Esther: ‘Ik denk dat het belangrijk is dat medewerkers zich gehoord en gezien voelen. Vooral als ze nieuw zijn. Dat ze weten bij wie ze terechtkunnen als ze vragen hebben of ergens tegenaan lopen. Zo’n buddysysteem werkt daar goed voor. Vast niet iedereen heeft dat nodig, maar het is fijn om de optie te hebben.’
Monique: ‘Ja, hè? Sowieso lijkt het me goed om deze interventie over een jaar eens te herhalen. Om te kijken welk effect het heeft gehad en wat we nog kunnen verbeteren. Ik zit in het kwaliteitsteam, dus dat zal ik eens aankaarten. Wacht, dan schrijf ik het meteen op.’
Steun van je collega’s
Esther en Monique hebben veel steun aan elkaar. Collegiale ondersteuning is cruciaal in de zorg. Veel zorgmedewerkers krijgen namelijk te maken met heftige gebeurtenissen, zoals overlijden, agressie of intimidatie door patiënten of cliënten. Ook de stress en angst rondom corona hebben een grote impact. Hoe gaan jij en je collega’s daarmee om?