Het invoeren van e-healthtoepassingen in crisistijd
Jarenlang staat e-health al op de agenda in de zorg. Er was ook geen directe druk om deze technologie in te voeren. In no time was die er wel! Afgelopen maand maart hebben vele zorgorganisaties e-healthtoepassingen zoals beeldbellen versneld ingevoerd. Maar hoe doe je dat op een goede manier en trap je niet in de vele valkuilen? We spraken met verschillende deskundigen.
Voor Marcel de Haas en Lars Nieuwenhoff is e-health implementeren dagelijks werk. Zij adviseren vooral paniekvoetbal te voorkomen en een weloverwogen beslissing te nemen. ‘Maak duurzame plannen voor de lange termijn’, benadrukt Nieuwenhoff. ‘ Wij adviseren een plan niet alleen voor het overbruggen van de coronacrisis, maar ook voor erna. Als je bijvoorbeeld voor een gemeente werkt die wil dat je meer zorg verleent met minder geld, gebruik hiervoor dan de technologie die je nu invoert of uitbreidt.
Onlangs zijn we benaderd door een organisatie van zorgboerderijen. Die boerderijen kunnen nu niet bezocht worden door hun cliënten. Daardoor kunnen zij dus niet “boeren”. De organisatie vraagt om een onlineoplossing, waarmee deze cliënten hun structuur en contacten niet verliezen. Beeldbellen is in deze organisatie niet nieuw, maar nu willen ze het aantal verbindingen en toepassingen flink gaan uitbreiden onder andere met het streamen van live beelden van het verzorgen van de dieren.’
Ken je doel
‘Ook al wil je een technologie heel snel invoeren, zorg eerst altijd voor een visie’, zegt De Haas. ‘Zorg dat je je doel kent. Zo’n doel kan bijvoorbeeld zijn cliënten in contact brengen met hun netwerk en tegelijkertijd zorgmedewerkers zo min mogelijk belasten. Denk ook na over wie je doelgroep is. Verder is het belangrijk dat alle betrokken personen hun rol kennen. Betrek daarom naast cliënten en hun verwanten, ook de zorgmedewerkers, managers én technici bij de implementatie. Dan kan ook makkelijk, want het gaat hier niet om rocketscience. Zet tot slot op een rij welke systemen er al zijn, en welke technologie goed aansluit op je zorgproces. Weet dus goed welk product je kiest, hoe dat gebruikt gaat worden en hoe je dit wilt implementeren.’
Volgens Nieuwenhoff is de grootste valkuil dat een zorgorganisatie producten aanschaft en dat er niets mee wordt gedaan. De Haas stipt het voorbeeld aan van de organisatie die een aantal Zora-robots aanschafte. ‘Die liggen nu in een kast. Omdat onvoldoende is nagedacht over hoe ze die robot structureel kunnen inzetten. De zorgmedewerkers die er mee moeten werken, zijn er vaak ook niet bij betrokken.’
Introduceren technologie
Nieuwenhoff: ‘Bij het invoeren moet je er bovenop zitten, en als het nodig is zo snel mogelijk zaken verbeteren. Een goed idee is een innovatiecoach aan te stellen. Deze kan met zorgmedewerkers en cliënten om tafel om de invoer in goede banen te leiden. Als je een toepassing introduceert, zorg ook dat alle medewerkers weten waarom ze wordt geïmplementeerd, hoe de techniek werkt en wat het in de dagelijkse praktijk moet opleveren. Wij merken in de praktijk dat zorgmedewerkers moeten leren hoe ze technologie moeten gebruiken. Neem ze aan de hand mee, zorg voor een goede en beknopte handleiding gericht op medewerkers én cliënten. Vaak weten zorgmedewerkers zelf wel hoe technologie werkt, maar vinden ze het lastiger als ze er samen met cliënten mee moeten werken.’
Risico van overhaast aanschaffen
Het is dus een groot risico om nu overhaast een technologie aan te schaffen. De consequentie van een verkeerde keuze of slecht lopend proces is volgens De Haas dat er slechte ervaringen mee worden opgedaan. Waardoor zowel de organisatie als de medewerkers hun vertrouwen in technologie verliezen. ‘Zorg daarom voor een doordachte aanpak. Denk ook na over hoe je je huidige ervaringen met e-health wilt gaan gebruiken als het virus overwonnen is. Zo zorg je er namelijk voor dat je ervan leert en straks niet op de oude manier verdergaat. Als zorgorganisaties de nieuwe “digitale coronazorgtechnologie” zo implementeren dat het gebruik wordt bestendigd in de reguliere zorg na de crisis, dan heeft corona toch nog iets goeds opgeleverd.’
Beeldbellen: een andere manier van zorg verlenen
‘Ik merk het zelf aan de vlucht die MS Teams heeft genomen’, begint PieterJan Hilbers, directeur bedrijfsvoering van Entrea Lindenhout. ‘En zo zijn veel zorgorganisaties de afgelopen tijd intensief bezig geweest het beeldbellen naar cliënten uit te rollen.’ De techniek hierachter is volgens Hilbers niet zo spannend en zeker niet innovatief. ‘Heel belangrijk is dat je als zorgorganisatie er rekening mee houdt dat het een andere manier van zorg verlenen is dan fysiek contact. Daarom is het nodig dat elke zorgorganisatie naar haar zorgprotocollen kijkt. Of die wel toepasbaar zijn bij beeldbellen. Het is anders als je naast iemand zit die zwaar depressief is, dan als je hem belt. Cliënten zullen anders reageren.’
Effectievere zorg
Bij beeldbellen kun je ook het initiatief van de behandelaar naar de cliënt verleggen. Bijvoorbeeld de cliënt de mogelijkheid bieden te bellen als hij de behandelaar nodig heeft. Hilbers: ‘Ben je dan wel bewust van de verwachtingen die je schept. Ben je bijvoorbeeld 24 uur bereikbaar? Maar de zorg kan er ook effectiever door worden. In plaats van tweemaal per week langsgaan de cliënt laten bellen als hij je nodig heeft. Dat geldt natuurlijk alleen voor bepaalde groepen. Bijvoorbeeld een cliënt met een licht verstandelijke beperking die een onbegrijpelijke brief van de belastingdienst heeft ontvangen. Het is wat anders als iemand acute hulp nodig heeft.’
Tot slot tipt Hilbers zorgorganisaties die andere vorm van zorg verlenen met opdrachtgevers te bespreken. ‘Je levert wel een ander product dan wat je met bijvoorbeeld een gemeente hebt afgesproken. Past het wel binnen die afspraak?’