‘Nudge je medewerkers naar een betere slaap’
De relatie tussen slaap en werk kent geen geheimen voor adviseur Henk-Jan Messchendorp. Maar voor zorgorganisaties en -medewerkers helaas wel, zo constateert hij. Terwijl je gezondheidsschade kunt verminderen of voorkomen als je weet hoe werk en leefstijl slaap beïnvloeden.
Slecht slapen is een groot probleem. Landelijk lijkt er meer aandacht voor te komen. Merkt u dit?
‘Ja, dat klopt wel. Er is vooral meer aandacht voor de impact van onregelmatige diensten op het slapen. Maar dit neemt niet weg dat de kennis van werknemers en werkgevers op dit gebied heel beperkt is. Zij kijken naar de korte termijn, en niet naar de effecten op lange termijn. Ziek worden van slecht slapen is een geleidelijk proces.’
Wat zorgt voor een betere nachtrust?
‘Nog steeds eten zorgmedewerkers tijdens de nachtdienst veel of calorierijk, terwijl dat niet past bij hun biologische klok. Als ze vaak de verkeerde dingen op het verkeerde moment eten, vergroten ze het risico op ziektes. Het gaat dus om de timing van eten en de juiste voedingsstoffen op het juiste moment. Een medewerker die uit een nachtdienst komt bijvoorbeeld, moet eerst ontbijten. Maar veel mensen gaan direct slapen. Zonder ontbijt wordt de medewerker eerder wakker omdat de bloedsuiker aan het einde van de ochtend naar beneden gaat en trek veroorzaakt. Verstandig is dus eerst te ontbijten en dan te slapen.
Vaak wordt gedacht dat het niet slim is te eten voor het slapengaan, maar voor slaap overdag klopt dat niet. Een ander voorbeeld: tijdens de nachtdienst toegeven aan slaapaandrang en een dutje doen op een moment dat dat kan, is in de huidige organisatiecultuur not done. Terwijl iemand daar juist frisser van wordt. Dit noem je ook wel een powernap. Maar voordat dit normaal is, hebben we nog een weg te gaan.’
Slecht slapen speelt in meerdere sectoren, niet alleen in de zorg. Is de overheid daarom aan zet?
‘De overheid moet rust en slaap als een serieus thema beschouwen, net als niet-roken. Dat geldt ook voor de sociale partners. Ze zouden stimuleringsprogramma’s moeten opzetten en de wetenschap moeten aansporen meer onderzoek te doen naar werk en slaap. Boor de wetenschap ook aan om de aanwezige kennis los te krijgen. Aan nachtwerk ontkom je niet, daarom moet het doel zijn de gevolgen van ’s nachts werken te verminderen.’
Wat kan een werkgever doen aan een onderwerp als slaap dat zó in de privésfeer van een medewerker ligt?
‘Voor een werkgever lijkt het inderdaad ingewikkeld om er iets aan te doen. Heeft een medewerker last van zijn rug dan is het simpel, dan krijgt hij een nieuwe stoel of bureau. Slaapt hij slecht, dan kijkt een werkgever niet naar een nieuw bed of naar zijn slaaphygiëne. Toch moet je ruimte creëren voor dit onderwerp. Mijn advies is: doe aan nudging. Creëer bewustzijn en stimuleer medewerkers in te grijpen als ze slecht slapen. Laat vooral ook zien dat je het meent. Zorg voor een scala aan interventies, zet bijvoorbeeld ’s nachts fruit neer of creëer een rustplek.’
Op het roosteren van nachtdiensten hebben werkgevers wél grote invloed. Hoe pakt een zorgorganisatie dat het beste aan?
‘Zorg op de eerste plaats voor stabiliteit en voorspelbaarheid: maak een rooster zes tot acht weken van tevoren bekend. Zo kan een medewerker er rekening mee houden en bijvoorbeeld organiseren dat de kinderen worden opgevangen. Pas het rooster daarna zo min mogelijk aan. Wordt het rooster op het laatste moment verstoord, dan kan iemand zijn zaken niet op orde krijgen en dat leidt tot een grotere impact op de nachtdienst.
Laat roosters ook voorwaarts roteren: zorg voor een werkritme van dag-avond-nacht-vrij-dag. Dus met de biologische klok mee. Van een nacht- naar een avonddienst is een zware opgave. Zo keert namelijk het ritme om. Daarnaast is het raadzaam om voor een korte cyclus te kiezen, zodat de verschillende diensten zich snel opvolgen. Bijvoorbeeld twee dagdiensten, twee avonddiensten en een nachtdienst. Maar hier sta ik genuanceerder in, omdat er ook mensen zijn die liever vier nachtdiensten achter elkaar draaien dan elke week één nachtdienst.
Vasthouden aan een rooster is weer een andere zaak. Op het moment dat roosters door de planner gemaakt worden, spreek je over een geregisseerde omgeving. Zodra de roosters bekend zijn gemaakt, wordt het een ongeregisseerde omgeving. Dan gaan mensen diensten ruilen of extra diensten draaien. Wat onbedoelde effecten oplevert die de korte cyclus verstoren. Het zou goed zijn dit beter te bewaken en hier bewustzijn voor te creëren bij leidinggevenden en medewerkers. Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen (StAZ) is een roostergame aan het ontwikkelen, die zal laten zien wat er in het ongeregisseerde deel gebeurt. Zo'n game helpt ook om erover te praten. Dit leidt hopelijk tot eyeopeners. Het overleg aangaan is nodig in deze tijd van personeelsschaarste en de noodzaak mensen te behouden. Beter slapen begint bij de dialoog.’
Henk-Jan Messchendorp is adviseur samenwerkingsvraagstukken, innovator en expert in roosteren en onregelmatige diensten.