Hoge werkdruk onder jonge zorgmedewerkers: hoe komt dat?
Jonge zorgmedewerkers gebruiken al jaren relatief veel psychische zorg. Ze ervaren een hoge werkdruk. Ook is het verloop groot, blijkt uit onderzoek van IZZ. Waarom kampt deze groep met meer uitval?
IZZ onderzoekt jaarlijks het zorggebruik van zorgprofessionals die verzekerd zijn via IZZ. Dat doet ze met de geanonimiseerde gegevens van ingediende declaraties. In 2021 gebruikten zorgmedewerkers aanzienlijk meer psychische zorg dan de afgelopen vijf jaar. Het gebruik van psychische zorg steeg met 29% ten opzichte van 2020. Het psychisch zorggebruik onder jongeren tot 35 jaar steeg zelfs met bijna veertig procent.
Hoe zijn die cijfers te verklaren? We vroegen het Margot Joosen, onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg, en Sanne van Santen, verpleegkundige. ‘Of jonge verpleegkundigen meer psychische hulp zoeken, weet ik niet,’ meldt Margot. ‘Wat ik wel zie, is dat zij in actie komen. Ze willen meer aandacht voor hun situatie – en terecht.’
Margot Joosen
Margot Joosen (PhD) is onderzoeksleider en onderzoeker aan Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences aan de Tilburg University. Ze is met name geïnteresseerd in mentale welzijn en duurzame inzetbaarheid van zorgprofessionals.
Ongezond organisatieklimaat
Verpleegkundigen zijn geneigd om zichzelf weg te cijferen, stelt Margot. ‘Ik hoop dat de toenemende vraag naar psychische hulp een teken is dat ze zich ervan bewust zijn geworden dat ze ook voor zichzelf moeten zorgen. Wat trouwens belangrijk is om te vermelden, is dat uit onderzoek blijkt dat bij psychische problemen de werkomgeving een grote rol speelt. Voorheen haalden we het individu vaak tijdelijk eruit om copingsvaardigheden te leren, nu weten we dat als de werkomgeving niet verandert, dat dweilen met de kraan open is.’
Margot benadrukt dus het belang van een gezond organisatieklimaat. En wellicht is de aandacht daarvoor ook gestegen tijdens de pandemie. Aan het begin zette de zorg de schouders eronder, maar toen de ziekenhuizen maar bleven volstromen, volgde uitputting. En daarmee het besef dat zorgverleners ook maar mensen zijn. Margot: ‘Voor COVID-19 was er ook een krapte op de arbeidsmarkt, maar toch had men nog de verwachting dat het zich wel op zou lossen.’
Hoge prestatiedruk
Of jonge zorgverleners structureel eerder aankloppen voor psychische hulp dan oudere zorgverleners, durft Margot niet te zeggen. ‘Ik denk wel dat een jongere generatie andere prioriteiten heeft. Ze zijn zich meer bewust van een gezonde werk-privébalans.’
Verpleegkundige Sanne van Santen herkent dat. Tot voor kort meenden veel van haar collega’s nog dat ze hun werk niet konden neerleggen om te staken of vonden ze het moeilijk om bij ziekte thuis te blijven, omdat ze niet gemist konden worden aan het bed. Nu merkt ze dat veel collega’s een andere afweging maken. De almaar stijgende werkdruk speelt daar een grote rol in. ‘De zorg maakt een enorme ontwikkeling door,’ zegt Sanne.
‘Mijn generatie is er klaar mee dat er iets voor ons wordt bepaald’
‘We kunnen steeds meer mensen behandelen, en dus neemt de zorgvraag toe en de complexiteit van behandelingen. Jonge verpleegkundigen ervaren een hoge prestatiedruk. Als je net van de opleiding afkomt, ben je bevoegd, maar je voelt je niet per se bekwaam. Toch sta je al snel aan het bed van patiënten die complexe zorg behoeven.’
Sanne van Santen
Sanne van Santen rondde na haar HBO-V een masterstudie Verplegingswetenschappen af aan de Universiteit Utrecht. Ze werkt als verpleegkundige op de afdeling Neurologie en doet daarnaast kwaliteit- en beleidsonderzoek in het Elisabeth-Twee-Steden ziekenhuis in Tilburg.
Sanne besloot al snel dat ze meer wilde dan aan het bed staan. ‘Mijn generatie merkt dat er vaak beleid wordt gemaakt voor zorgverleners, maar niet met ons. We hebben zelf ook een mening. We zijn er klaar mee dat er steeds weer iets voor ons wordt bepaald. Ik wil ook meedenken met beleid. Zo kan ik meer invloed uitoefenen.’
Jobcrafting
Inmiddels staat Sanne deels aan het bed, deels doet ze onderzoek en denkt ze mee over het beleid. Ze schreef bijvoorbeeld met een collega die een Parkinsontraining had gevolgd een zorgprotocol voor Parkinsonpatiënten. ‘Zij leerde hoe je zo’n protocol schrijft en ik leerde van alles over de zorg voor Parkinsonpatiënten. Ze bedankte me, want ze kon haar expertise nu kwijt en verpleegkundigen op alle afdelingen plukken daar straks de vruchten van.’
Margot: ‘Dit is een mooi voorbeeld van hoe je zorgverleners gemotiveerd houdt voor de zorg. Sanne kan zich nu ontwikkelen en blijft behouden voor het vak. Dat kan ook kleiner; je kunt het takenpakket van verpleegkundigen aanpassen aan hun interesses.’ Dat is het principe van jobcrafting: niet de collega zoeken bij de baan, maar de baan aanpassen aan de nieuwe medewerker.
Openheid over psychische kwesties kan nog altijd negatieve gevolgen hebben voor je carrière'
Afdelingscultuur
Een veelgehoorde verklaring voor het feit dat jongere zorgprofessionals meer psychische hulp inschakelen, is dat er bij hen minder een taboe rust op psychische problemen. Maar is dat zo? Sanne: ‘Buiten het werk is het bespreekbaarder geworden om bijvoorbeeld een burn-out te hebben, je wordt niet langer als gek gezien. Maar op het werk zijn mensen daar terughoudender in. Veel hangt ook af van de cultuur op de afdeling.’
Al bekend met InDialoog?
Als je het als leidinggevende lastig vindt om over psychische problemen te beginnen met je team, helpt de methode InDialoog van IZZ. InDialoog is een bewezen effectieve manier om een veilig en gezond organisatieklimaat te creëren. Door met elkaar in gesprek te gaan!
Helaas blijkt uit onderzoek dat openheid geven over psychische kwesties op de werkvloer nog altijd negatieve gevolgen kan hebben voor je carrière, vertelt Margot. ‘Ik zou willen dat we veiligere werkplekken hadden, maar de praktijk is anders.’
Margot deed onderzoek onder medewerkers die uitvielen vanwege psychische problemen. Ze stelde hen de vraag waarom zij waren uitgevallen. Een van de belangrijkste factoren bleek de werkdruk. Ze maakt onderscheid tussen feitelijke werkdruk – de een vindt het fijn om met deadlines te werken en de ander ervaart daar stress van. En de ervaren werkdruk. Dat gaat over hoe groot je verantwoordelijkheidsgevoel is en of je moeilijk nee kunt zeggen.
Lees meer over het onderzoek: Barriers and Facilitators for Return to Work from the Perspective of Workers with Common Mental Disorders with Short, Medium and Long‑Term Sickness Absence: A Longitudinal Qualitative Study
Cruciale rol voor leidinggevende
‘Een werkgever zou ook echt aandacht moeten hebben voor deze ervaren werkdruk’, zegt Margot. ‘De leidinggevende speelt namelijk een cruciale rol in het voorkomen van uitval. Vaak ziet hij/zij al lang van tevoren dat het niet goed gaat, maar grijpt niet in. Ga met je medewerker in gesprek. Wat heeft hij/zij van jou nodig?’
Het is volgens Margot één van de belangrijkste dingen om te doen. ‘Stel je medewerkers vragen. Waar krijg je energie van in je werk? Wat vind je belangrijk? Wat heb je nodig? En wat kun je zelf doen? Het gaat te vaak over dat men de bezetting niet rond krijgt, en dat is jammer, want uit onderzoek blijkt dat het effectiever is om te praten over wat werk zinvol voor medewerkers maakt.’
En we moeten af van de one size fits all-gedachte, stelt ze. ‘Je hoeft niet iedereen dezelfde middelen te geven, maar wel dezelfde mogelijkheden.’
Vrijblijvend adviesgesprek
IZZ ondersteunt zorgorganisaties bij het werken aan een gezonde werkomgeving voor hun medewerkers. Wil je samen met ons de gezondheid van je medewerkers verbeteren? Laat dan je gegevens achter. Een van onze adviseurs Gezond Werken neemt contact op om een vrijblijvend adviesgesprek te plannen. Samen gaan we op zoek naar de oorzaken van de hoge werkdruk en stellen we een concreet verbeterplan op.