Cécile Hornes koos als zeventienjarige voor de zorg. Ze volgde haar hart en haar moeder die ook verpleegkundige was. Wat doet Cécile om gezond en vitaal aan het werk te blijven?
‘Vitaliteit gaat voor mij om een goede balans’, vertelt Cécile. ‘Dat was bij mij al vroeg zo. In mijn eerste werkjaren speelde ik badminton en net als andere jongeren ging ik graag uit. Maar met zowel de competitie als het stappen ben ik toen gestopt. Bewust en zonder spijt, vanwege mijn vak en de onregelmatigheid die erbij komt kijken.’
Gebroken nachten
‘Lange tijd werkte ik als verpleegkundige op de afdeling interne geneeskunde en oncologie in Tiel. Ik had het er ontzettend naar mijn zin. Alle diensten draaide ik; van dag en avond tot nacht. Maar toen ik in 2002 beviel van mijn oudste zoon en ook door hem gebroken nachten had, kreeg ik het lastig. Wat ik voor hem voelde, maakte veel in mij los. Het was een pittige maar ook prachtige tijd.’
Weer aan het werk
‘Daarna gebeurde er veel in korte tijd. Er was een treurig sterfgeval op het werk en ik werd beroofd van persoonlijke spullen. Ik kreeg psychische klachten en een behandeling voor een posttraumatische stressstoornis. Op mijn werk laadde ik me op, dus na één maand kwam ik terug. Maar wel veel bewuster. Ik vroeg me af: is dit werk nou echt goed voor mij? In 2009 viel mijn oog op een advertentie voor een neurorevalidatieverpleegkundige bij de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. In deze functie heb ik nauwelijks te maken met spoed opnames. Wij geven juist de zorg die volgt na een kritieke fase zoals een hersenbloeding, dwarslaesie of amputatie. Ons team zorgt ook goed voor elkaar. De cultuur is er “serieus als het moet en met humor als het kan”. Daar krijg ik enorm veel energie van.’
Goed in mijn vel
‘Thuis zijn mijn twee geweldige ouders er altijd voor me geweest. Zeker na mijn scheiding, een aantal jaren geleden. Nu heb ik weer een fijne relatie en maakt ook mijn vriend het mogelijk dat ik onregelmatig kan blijven werken. Om mentaal en fysiek lekker in mijn vel te zitten, let ik op wat ik eet. Daarnaast badminton ik nog steeds en doe ik aan fitness en yoga. Mijn fysiotherapeut zei me laatst nog dat ik zo snel herstelde, doordat ik veel sport. Verder haal ik regelmatig wat tijd in van vroeger en ga ik naar een dancefeest. Beetje gek, vinden mijn zoons, maar ik hou ervan. Even losgaan en je hoofd helemaal leeg dansen.’