Zorg naar mijn hart
Annemie de Vroe Roothaert vond haar avontuurlijkste baan pas na haar pensioen: ze werd repatriëringsverpleegkundige. Met haar man haalt ze patiënten uit heel Europa op.
‘Elke rit is een cadeau’
‘Een collega ging tegelijk met mij met pensioen. Hij vertelde dat hij op gesprek was geweest bij een aanbieder voor repatriëring. Dat wil ik ook, dacht ik. Na mijn laatste baan als reumaverpleegkundige wilde ik bezig blijven, ik zocht een uitdaging. Het mooie aan dit werk is: je bent je eigen unit, je hebt geen ziekenhuis achter je.
In het begin moest ik de ambulance leren kennen: waar ligt alles, hoe beweeg je in een kleine ruimte, hoe rijd je een brancard erin? Toen dat eenmaal gesmeerd liep, heb ik me samen met mijn man opgegeven voor buitenlandse repatriëringen. Vaak gaat het om patiënten met complexe fracturen. We repatriëren alleen als de patiënt stabiel genoeg is. Onderweg controleer ik de vitale functies en houd ik de patiënt in de gaten. Pasgeleden hadden we iemand met een korset. Hij vroeg me of ik eerder zulke patiënten had meegemaakt en of ik dacht dat hij weer helemaal zou herstellen. Hij had zich al allemaal doemscenario’s in het hoofd gehaald. Mensen hebben vaak iets angstigs achter de rug, kijken terug en delen tijdens zo’n rit heel persoonlijke dingen.
Elke rit is een cadeau. Ik denk met een glimlach terug aan dat jongetje met een gebroken been. Hij vond het spannend en was erg op zijn moeder gericht. Logisch als je vijf bent. Ik liet de regie zoveel mogelijk bij hem. Met een rietje kon hij bijvoorbeeld toch zelf drinken. Ineens lachte hij terug. We zien elkaar nu nog steeds.’