Door te sporten houd ik plezier in m’n werk

‘Het mooie van surfen is: je komt vanzelf uit je hoofd, in je lijf. Dat móét wel, want surfen vraagt je volledige aandacht. Anders word je ‘gespoeld’ door een golf en ga je kopje onder. Twee à drie keer per week surfen helpt me dus om op te laden. Ik woon in Heiloo, dus ik ben zo bij het strand. Wetsuit aan, surfplank uit de kofferbak en meteen een frisse duik. En juist door mijn werk af en toe helemaal los te laten, houd ik er plezier in en kan ik het mentaal beter aan. Bovendien: het houdt mijn lijf sterk. En dat is belangrijk, als zorgmedewerker. Veel collega’s hebben rugklachten. Want al met al loop, til en sjouw je aardig wat af. Dankzij het surfen heb ik sterke buikspieren, dat voorkomt dat ik ongemerkt vanuit m’n rug ga tillen. Ik heb het idee dat ik daardoor fitter blijf en niet zo snel klachten heb.’

‘Als ik merk dat ik iemands dag net een beetje lichter kan maken. Ik werk in de gehandicaptenzorg én in de thuiszorg, wat zorgt voor afwisseling. Vaak start ik de dag met cliënten helpen opstaan, douchen en aankleden. Niet iedereen begint de dag met zin. Maar als ik iemand tóch in beweging krijg, of zie glimlachen dan is mijn dag ook goed

‘Met humor, vooral. Laatst zei een jongen: ‘Heb ik nou alweer een ander aan m’n bed?’ Ik grapte: ‘Ja, en we doen allemaal een dansje. Jij beoordeelt wie het beste danst.’ Dat soort luchtigheid helpt. Het breekt het ijs én het maakt het werk minder zwaar, voor de cliënt én voor mij.’

Brigitte werkt bewust parttime, zodat ze ook ruimte houdt voor zichzelf. ‘Als ik mijn werkplezier wil behouden, moet ik mezelf niet voorbijlopen. Het is intens werk. Mensen vergeten soms dat wij als zorgmedewerkers heel intiem werk doen, zoals wassen, aankleden, ondersteunen. Als jij gespannen bent, voelt de ander dat direct. Daarom is het belangrijk dat je stevig in je schoenen staat.’

‘Juist dan is het belangrijk om goed met collega’s te blijven praten. Bij hoge druk zie je dat mensen sneller kortaf worden of kritiek geven. Maar dat lost niks op. Je moet elkaar blijven zien als team. Maak ruimte voor ieders kwaliteiten én thuissituatie. Misschien draait de één liever ochtenden vanwege het gezin, terwijl de ander graag avonddiensten werkt. Als je daarover in gesprek blijft, voorkom je frustraties.’

‘Sta af en toe stil bij wat jou energie geeft in je werk. Wat maakt je blij, en wat zou je willen veranderen? Visualiseer hoe het wél kan. En: blijf bewegen. Veel collega’s denken: ‘Ik loop al de hele dag, dat is toch genoeg?’ Maar dat is geen ontspannen beweging. Tijdens het werk ben je voortdurend alert. Sporten helpt je écht om te ontladen – al is het maar een uurtje per week. Daarna kun je er weer vol frisse energie tegenaan.’

Meer werkplezier begint met inzicht. Wat geeft jou energie op het werk en wat kost het? Voor veel zorgmedewerkers zijn een goede sfeer en collegiale samenwerking echte energiebronnen. Tegelijkertijd noemen velen het gebrek aan ontwikkelmogelijkheden en waardering als grootste ‘vreters’. Zet het eens naast elkaar en kijk wat je zelf kunt doen om de balans te verbeteren.