Na een drukke werkdag staat ggz-begeleider Mirjam voor haar huis. Haar sleutels? Spoorloos. Een paar maanden later wordt er ingebroken. Ze kan maar één conclusie trekken: iemand op het werk heeft ermee te maken. Een moeilijke periode breekt aan, maar ze knokt zich terug.
‘In mijn organisatie werken we in vaste teams, behalve in de weekenden. Tijdens zo’n weekenddienst stond ik in een andere groep. Mijn tas liet ik korte tijd onbeheerd achter om een cliënt te helpen. Thuis ontdekte ik dat mijn sleutels weg waren. Ook de “druppel”, om de ruimtes op mijn werk te openen, hing eraan. Ik heb me een ongeluk gezocht, ben helemaal teruggefietst. Onvindbaar. Dus heb ik het verlies gemeld. Mijn man en ik besloten de sloten van ons huis niet te vervangen. De vinder zou niet weten bij welk adres ze horen.
Inbraak thuis
Maanden later troffen we bij thuiskomst een open schuifpui aan. Onze laptop was weg, en de werktelefoon van mijn man. De volgende dag mailde de vereniging van eigenaren dat een sleutelbos was gevonden. Mijn sleutelbos was voor de inbraak gebruikt. Mijn wereld stortte in. Het móést iemand op het werk zijn. Een cliënt? Een collega? Ik kon daar echt niet bij. Het team van de locatie twijfelde aan mijn conclusie, mijn manager wist niet wat ze ermee moest. Thuis en op het werk voelde ik me onveilig, ik meldde me ziek. De politie en mijn baas moesten het samen uitzoeken, maar weken gingen voorbij zonder dat iemand iets deed. Uiteindelijk bleek uit data van de druppel dat deze na het verlies gebruikt is. Dat bevestigde mijn verhaal, ik was niet gek. Maar ik weet nog altijd niet wie het gedaan heeft.
Paniekaanvallen
In de tussentijd kreeg ik paniekaanvallen. Dankzij steun van mijn eigen team en therapie kon ik re-integreren, maar ik bleef achterdochtig en gespannen. Een nieuwe functie in een ambulant team beloofde een welkome verandering. Totdat mijn manager meedeelde dat iemand anders die nieuwe functie kreeg. Iedereen wist het, behalve ik. Toen was ook dat basisvertrouwen in mijn leidinggevende en teamgenoten weg. Ik heb drie weken gehuild. Dankzij therapie en meditatie krabbelde ik op. Ik startte in een ander team, waar ik mijn veiligheid en vertrouwen terugwon. Daarna ben ik daarbij als poh-ggz gaan werken. Corona heeft de afgelopen tijd bevestigd dat veiligheid en verbinding met mijn team belangrijk zijn voor mij. Daarom werk ik nu weer op één plek, bij mensen bij wie ik mij veilig voel. Ik blijf mijn verhaal vertellen om duidelijk te maken dat iets kleins heel groot kan worden. Zorg goed voor elkaar: ook al begrijp je iemand niet, of niet helemaal, vraag eens hoe het gaat.’