Navigatie overslaan

Nieuw onderzoek behoud jong zorgtalent

Starten in de zorg: hoge eisen, weinig buffers

In vergelijking met jongeren in bijvoorbeeld kantoorfuncties, ervaren jonge zorgmedewerkers meer werkeisen, zoals fysieke, cognitieve en emotionele werkdruk. Tegelijkertijd hebben zij juist minder toegang tot belangrijke energiebronnen: autonomie, steun van collega’s en begeleiding vanuit hun leidinggevende.

Deze disbalans vergroot het risico op uitputting en maakt het voor jonge medewerkers lastig om mentaal gezond en gemotiveerd te blijven. En dat is zorgwekkend, want wie al vroeg in de loopbaan mentale klachten ontwikkelt, loopt een grotere kans op langdurige uitval of zelfs uitstroom uit het vak.

Gezonde werkstart cruciaal

Een slechte mentale gezondheid ontstaat meestal niet zomaar bij het begin van een loopbaan. Maar wanneer jonge medewerkers starten onder ongunstige arbeidsomstandigheden, neemt de kans op uitval aanzienlijk toe. Het is daarom essentieel om een werkomgeving te creëren waarin starters zich kunnen ontwikkelen, ondersteund voelen en ruimte ervaren om veerkracht op te bouwen.

Behoud Jong Zorgtalent

Om jonge medewerkers in de zorg gezond én gemotiveerd te houden, heeft Stichting IZZ het programma Behoud Jong Zorgtalent ontwikkeld. Hiermee ondersteunen we zorgorganisaties om het goede gesprek te voeren over energie en werkdruk, en om structureel te werken aan gezonde arbeidsomstandigheden.

Binnen dit programma gaan jonge medewerkers in gesprek op drie niveaus:

Deze gesprekken zorgen voor meer zichtbaarheid, onderlinge steun en een sterker gevoel van betrokkenheid. Zo versterken we samen het werkplezier en het toekomstperspectief van jonge zorgprofessionals.

Waarom zijn jonge zorgmedewerkers extra kwetsbaar?

Volgens het onderzoek ervaren jonge medewerkers in de zorg:

Zij hebben dus minder energiegevers en tegelijkertijd meer werkeisen. Die combinatie maakt hen extra gevoelig voor mentale overbelasting.

Het Job Demands-Resources model (JD-R model)

Dit model verklaart de relatie tussen werkeisen, energiebronnen en mentale gezondheid. Het uitputtingsproces laat zien dat hoge werkeisen zonder voldoende steun leiden tot uitputting. Het motivatieproces toont aan dat energiegevers niet alleen werkplezier stimuleren, maar ook een beschermend effect hebben tegen uitval.

Beide processen beïnvloeden verzuim en verloop. Daarom is het belangrijk om niet alleen op individueel niveau in te grijpen, maar juist ook te investeren in gezonde werkomstandigheden. 

Een collectieve aanpak is nodig

Uit aanvullend onderzoek van Rugulies, Aus, Greiner et al. (2023) blijkt dat organisaties nog te vaak focussen op individuele interventies (zoals coaching of therapie) en te weinig op het verbeteren van de werkomgeving zelf. Terwijl juist structurele aandacht voor werkdruk, ondersteuning en autonomie veel effectiever is om duurzame inzetbaarheid te bevorderen.